Inhoud

Aarzelen staat in een kwaad daglicht. Ten onrechte blijkt uit een minutieuze studie van de Franse filosoof Paul Ricœur en uit een monografie van de Duitse filosoof, literatuurwetenschapper en zowel Princeton- als Berlijnse Universiteits professor Joseph Vogl. Om enkele van hun spraakmakende inzichten te noemen: besluiten komen voort uit aarzelen en lichamelijke motieven vormen de basis van keuzes terwijl ze de uitkomst lijken van een rationeel proces. En, aarzelen schept een ‘tussenruimte’. Een ruimte tussen probleem en oplossing. Tussen denken en handelen. Een ruimte in de vraag: -wat te doen?-, een ruimte die een potentieel van mogelijkheden opent.

Vertaald naar besluitvormingsprocessen in organisaties rijst de vraag of in de context van organisaties de gunstige kanten van aarzelen worden herkend en erkend en hoe er wordt omgegaan met het ongemak dat met aarzelen verbonden is. 

In het voorjaar 2014 krijgt mijn praktijkonderzoek vorm in een zorgorganisatie voor ouderenzorg. In de zorg komt in grote mate verantwoordelijkheid voor behandelkeuzes bij professionals te liggen en verschuift de focus van een medische optiek naar een focus op kwaliteit van leven. Dit vergt van de zorgprofessional het aangaan van een dialoog met cliënten. Mijn aanname is dat aarzelingen in die dialoog vruchtbaar zullen zijn.

De komende maanden hoop ik op basis van dit praktijkonderzoek antwoorden te formuleren op de vraag welke betekenissen aarzelen krijgt en welke veranderkundige implicaties dat heeft voor professioneel handelen, voor leidinggeven en voor het organiseren van de zorg. 

Doelgroep

Professionals, leidinggevenden, studenten en docenten die nieuwsgierig zijn naar de vruchtbare kanten van aarzelen in keuzeprocessen en de veranderkundige implicaties voor leidinggeven en organiseren.

Vorm

Workshop

Aanmelden >>